IslamMiddle East

Schoten verstoren het filosoferen over Libanon

By Saturday 10 May 2008 No Comments

De waterpijp, dat heerlijke kunstwerk van allure om bij te zitten en te roken. Telkens als ik in Iran of Turkije ben, geef ik me over aan die rustgevende, liggende manier van genot. Met Shervin Nekuee, vriend en medeoprichter van het tijdschrift Eutopia, ben ik  een paar dagen in Beiroet om een aantal politieke commentatoren te ontmoeten. Gesprekken over Iran, Libanon, Syrië en de grote Robocop Amerika, genietend van koffie, een waterpijp en een mooie omgeving grenzend aan de Middellandse Zee. Het zal het serene begin blijken van turbulent bezoek.

Libanon heeft al meer dan een jaar geen president. De politieke macht is verdeeld in etnische en religieuze segmenten in het parlement; de coalities zijn altijd ingewikkeld. De huidige meerderheid onder leiding van de soenniet Saad Hariri, die ook de Druzen onder leiding van Walid Jumblatt omvat, vertegenwoordigt maar een deel van deze gespleten samenleving. De sjiieten, vertegenwoordigd door de machtige Hezbollah, vallen buiten deze coalitie.

West-Beiroet, waar we verblijven, is het hart van de macht van de soennitische meerderheid. Er heerst een sfeer van Parijs’ uitgaansleven. Een Libanese filosoof verwoordt de sfeer in dit deel van de stad zo: ‘We doen hier alsof we in Parijs en New York leven.’ In deze stad van politieke littekens en scheidslijnen waan je je liever in een andere werkelijkheid.

De sfeer in Zuid-Beiroet, waar Hezbollah de grote machtsfactor is met zijn eigen bewapende militie, doet me denken aan Iran, mijn geboorteland. Hezbollah, dat wordt gesteund door de regimes in Iran en Syrië, heeft een goed geoefende militaire organisatie die na de overwinning op de Israëli’s in de zomer van 2006 overeind is gebleven.

Hezbollah is heel trots op de verzetsmentaliteit waar de Libanezen blijk van hebben gegeven. Een grote meerderheid van de Libanezen geeft  Hezbollah krediet voor het daadwerkelijke verzet tegen de Israëlische oorlogsmachine.
Dan verschijnt Druzenleider Jumblatt op de Libanese televisie. Hij beschuldigt Hezbollah ervan banden met Iran te hebben en zegt dat de organisatie communicatieapparatuur in bezit heeft waar de Libanese overheid geen  weet van heeft.

Op donderdag 9 mei zitten we in een vrij leeg café-restaurant aan de waterpijp. Hezbollahleider Hassan Nasrallah zal die dag om vier uur een persconferentie geven. In de aanloop naar de persconferentie waren er al tekenen van onrust. Het Libanese leger stond op elke straathoek en maar weinig mensen waagden zich buiten in deze normaal zo drukke stad.

De Hezbollahleider verschijnt op het tv-scherm. Hij is een charismatisch man, die politieke grappen maakt waar iedereen in het café regelmatig om moet lachen. Zijn Arabisch wordt door politieke analisten beschouwd als zeer effectief. Tijdens zijn tv-optreden steekt hij twee vingers op en wijst de Libanese regering terecht: Walid Jumblatt moet zijn woorden terugnemen en Saad Hariri moet verantwoordelijkheid afleggen over de huidige situatie.
We staan op om weg te gaan, terwijl de Hezbollahleider afsluit met de constatering dat hij dit niet anders kan zien dan als een oorlogsverklaring. We zijn nog geen minuut op straat of er duiken naast ons militieleden van Hezbollah op met kalasjnikovs, zwaar geschut, mitrailleurs en pistolen. Er wordt geschoten. Er worden posities ingenomen op hoeken van de straten. De aanhangers van Hariri zijn ook al de straat op gegaan. De guerrillastrijd gaat beginnen.

Twee dagen lang wordt in West-Beiroet gevochten, letterlijk om iedere straat. Elke keer als we naar buiten gaan, vliegen de kogels ons om de oren. Je voelt de lancering van de raketten waarmee gebouwen worden bestookt.   Op een gegeven moment wordt een fel gevecht uitgevochten vanuit twee straten.

Plotseling, te midden van de beschietingen, horen we harde muziek. We kijken elkaar aan, wisselen geen woord, onze ogen zeggen genoeg: zou Roger Waters weten dat The Wall van Pink Floyd op in dit soort momenten wordt gedraaid?  Het is een bijzonder moment. Lachend bewegen we ons tussen de rennende, gewapende jonge mannen.
In straten die worden ingenomen, hangen vlaggen van de ‘nationalisten’,  bondgenoten van Hezbollah. Na twee zware dagen melden de kranten en tv-journaals: Revolutie van Hezbollah en Beiroet in handen van Hezbollah. Op het vliegveld worden landingsbanen bestrooid met zand en stenen om verrassingsacties van buitenaf te voorkomen. Rondom de stad ligt een soort cordon, waar veel wordt gevochten.

Het is inmiddels echter verder betrekkelijk rustig en we besluiten dat het tijd is om te gaan. Deze situatie zou wel eens wat langer kunnen duren dan we aanvankelijk dachten. Een van de mogelijkheden om weg te komen, is via de noordelijke of oostelijke grens met Syrië. Die zijn het dichtst bij. Onze taxichauffeur raadt ons aan via de oostgrens te gaan.

Op zaterdag 11 mei nemen we de auto richting oostelijke grens. Alle wegen worden gecontroleerd, zowel door het Libanese leger als door Hezbollah. Overal zien we brandende autobanden, uitgebrande auto’s en blokkades.

In verscheidene steden en dorpen waar we langs komen hebben lokale etnische en religieuze groepen posities ingenomen.
Dan stopt onze auto. We staan achter een aantal kleine voertuigen en vrachtwagens. Ik zie in de verte dat er mensen midden op de weg in elkaar worden geslagen en dat er auto’s worden vernield. Ineens wil iedereen achteruit om uit deze ellende weg te komen.

In iedere kleine stad zien we gewapende jonge mannen naast  grote groepen met knuppels en kettingen. Na Beiroet moeten ze ook in andere steden hun politieke macht tonen.

Na een paar uur komen we in de buurt van de Libanees-Syrische grens. De spanning is voelbaar en wat we zien, lijkt wel een film.  Voor de grens is een hoop stenen gelegd als versperring. Ervoor staat een tiental jonge mannen. Het is een niemandsland waar een kleine vergissing op narigheid uit kan lopen. We worden tegengehouden door een paar gewapende jongens met sjaals om hun hoofd. Zij zijn vandaag het gezag en ieder van hen wil je paspoort zien. Het Libanese leger is wel aanwezig, maar de militairen kijken vanuit een hoekje passief toe hoe de strijdende milities de dienst uitmaken.

Als we bij Syrische grens onze visa hebben bemachtigd, rijden we naar Damascus. Op het vliegveld van de hoofdstad blijkt dat er meer mensen uit Libanon zijn weggekomen. Ook hier worden regelmatig onze paspoorten gecontroleerd. Bij een van de controles hebben we een goed uitziende beambte van de Syrische veiligheidsdienst voor ons. ‘Zo, jullie zijn Iraniërs.’ Ons Nederlandse paspoort zegt niet alles;  onze oorspronkelijke afkomst geeft ons nu krediet. Iraniërs die uit Beiroet komen en in Damascus terecht zijn gekomen: de beste combinatie die je kunt verzinnen om snel door te mogen.  Uiteindelijk belanden we in Berlijn. We besluiten toch in de nabije toekomst weer terug te gaan en onze plannen voor een Libanon-special van Eutopia door te zetten. Die zal nu ook moeten gaan over deze verwarrende dagen, waarin zeker zestig doden vielen en de burgeroorlog plotseling even terug was.

Meer dan ooit is duidelijk dat Libanon  een multiculturele samenleving is, verstrikt in een politieke crisis. De etnische en religieuze diversiteit vereist een nieuwe vorm van politieke bestuur. Geen regering kan zonder Hezbollah functioneren. Maar een bredere coalitieregering kan niet worden gevormd zonder bemoeienis van buitenaf, zonder goede afspraken tussen Iran en Saudi-Arabië met hun grote invloed op de politieke partijen in Libanon. En het zou ook helpen als de  Verenigde Staten inzien dat er veel mis gaat in het Midden-Oosten sinds hun militaire interventies in Irak en Afghanistan.
Terug in Amsterdam mis ik mijn waterpijp. En de discussies die daarbij horen.

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi

Farhad Golyardi is a sociologist, researcher, and editor of Eutopia Institute, a transnational gathering place of thinkers and writers whose research interests include the Middle East, Populism, social movements, and cultural diversity.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.