Middle EastWest

In The Kingdom overheersen de stereotypen

By Friday 12 December 2008 No Comments

Een gemiste kans in de relatie tussen de VS en de islamitische wereld.

Voor iedereen die eraan werkt de relatie tussen de Verenigde Staten en de islamitische wereld te verbeteren, is de nieuwe film The Kingdom van Peter Berg een domper. Berg was, naar eigen zeggen, ‘vastbesloten om stereotypen te vermijden’. Hij maakt die belofte echter niet waar. In plaats daarvan biedt hij ons een oorlogszuchtige Rambo-in-Arabië-thriller van zeventig miljoen dollar.

In de openingsscène van The Kingdom zien we hoe een aantal werknemers van een Amerikaanse oliemaatschappij met hun gezinnen een partijtje softbal spelen binnen de Rahman Compound, een omheinde wijk in Riad, Saoedi-Arabië, waar buitenlanders wonen. Plotseling wordt er een aanslag gepleegd. De daders zijn Saoedische terroristen.

Ze weten meer dan honderd Amerikanen te doden, vooral vrouwen, tieners en kinderen, die ofwel worden neergemaaid ofwel door granaten uiteen worden gereten.

Nog eens tweehonderd Amerikanen worden ernstig gewond.
‘Alle glorie aan Allah’ en ‘Allah zal ons de overwinning schenken’, roepen de terroristen tijdens de aanval.

Gedurende de aanslag ziet de zoon van de Saoedische terroristenleider de slachtpartij goedkeurend aan. Vervolgens verschiet de mise-en-scène naar de Verenigde Staten, naar de zoon van FBI-agent Jamie Foxx (Ronald Fleury). ‘Er zijn veel slechte mensen in de wereld,’ zegt de jongen tegen zijn vader. ‘Zeker,’ antwoordt Fleury, ‘maar jij bent niet een van hen.’ Deze dubbele scène – een Arabisch kind dat terreur goedkeurt naast een Amerikaanse jongen die het verwerpt – impliceert dat Arabische kinderen er dan wel onschuldig uitzien, maar dat ook zij ‘slechte mensen’ zijn.
In de film zijn de beambten van het Amerikaanse ministerie van buitenlandse zaken ook stereotypen: pro-Arabische slapjanussen die de FBI-rechercheurs het recht proberen te ontzeggen om de misdaad te onderzoeken, zelfs om ‘voet op Saoedische grond’ te zetten.

Een van de FBI-agenten zegt dat Saoedi-Arabië ‘een beetje op Mars’ lijkt. Maar het Saoedi-Arabië van Berg is veel erger dan Mars. Het land wordt in beeld gebracht als een sinister woestijnland vol kwade Arabieren, die allemaal een machinegeweer om de schouder dragen, zich achter elke hoek kunnen schuilhouden en in elke schaduw zitten te wachten tot ze een Amerikaan kunnen doden. En aan de kijker wordt de indruk gegeven dat we deze mensen, vrouwen en kinderen incluis, maar beter kunnen doden. En vlug wat, want anders doden ze ons.

Het is waar, Berg laat de agenten ook twee ‘goede’ Saoedi’s ontmoeten: kolonel Ghazi (Ashraf Barhoum) en sergeant Haytham (Ali Suliman). Zij helpen Fleury bij het onderzoek rond de afschuwelijke aanslag. Zegt Ghazi: ‘Als we de mannen te pakken krijgen die al deze mensen hebben vermoord, dan wil ik ze doden.’ Het is echter louter een symbolisch gebaar van Berg. Hij had Ghazi of Haytham met Fleury kunnen laten bespreken welke negatieve gevolgen terrorisme heeft, voor álle mensen. Of dat Amerikanen en Arabieren zouden moeten samenwerken om onschuldigen te beschermen.

De regisseur had ook de Saoedische Grootmoefti kunnen citeren, die vier dagen na 11 september 2001 opmerkte: ‘Het kapen van vliegtuigen, het terroriseren van onschuldige mensen en bloedvergieten zijn vormen van onrecht die binnen de islam, waarbinnen dergelijke daden als grove misdaden en als grote zonden worden beschouwd, niet mogen worden getolereerd.’ Of hij had kroonprins Abdullah (de huidige koning van Jordanië, red.) kunnen citeren: ‘Terroristen zijn misdadigers en moordenaars, die een volledige minachting hebben voor welke islamitische of menselijke waarden of fatsoensnormen dan ook.’ In plaats daarvan besloot de regisseur de dikste, bloedigste kwast te gebruiken die hem ter beschikking stond.
Hoewel de film mij verder koud liet, weet ik dat er anderen waren die er enthousiast over waren. Toen ik keek, juichten een paar tieners bij iedere Saoedi die werd gedood. Toen ik 35 Saoedische lichamen had zien neergeschoten worden en in het zand had zien neerploffen, hield ik op met tellen. De laatste beelden van de film echoën de beginscene en suggereren, dat het onschuldig uitziende kleinkind van het meesterbrein nu zelf klaarstaat om terrorist te worden. Als de jongen wordt gevraagd: ‘Wat zei je grootvader voor hij stierf?’, fluistert hij: ‘We zullen ze allemaal doden.’ Dan toont de camera, van zeer nabij, een close-up van zijn dreigende ogen. Die slotscène maakt het alleen maar waarschijnlijker, dat sommige westerse kijkers niet rouwig zullen zijn over de onschuldige Arabische kinderen die in Irak, Palestina, Libanon en elders worden neergeknald of opgeblazen.
Ik vraag me ook af welke invloed The Kingdom zal hebben op de mannen en vrouwen die op dit moment in Irak en Afghanistan dienen. Zullen ze door de film sneller overgaan tot buitensporig geweld tegen burgers? En ik ben benieuwd naar hoe kijkers in het Midden-Oosten op The Kingdom zullen reageren. Zullen ze juichen, zoals de Amerikaanse tieners deden, als de Arabische lichamen in het zand neervallen? Zal deze film ze ook maar een stap dichter bij ons brengen, of ons dichter bij hen? Ik betwijfel het.

In een tijd die vraagt om cultureel begrip, is botte vijandschap de boodschap. En in een tijd die vraagt om nuancering en verheldering, zijn gevaarlijke simplificeringen en grove vertekeningen ons deel.

Jack Shaheen is auteur van Reel Bad Arabs: How Hollywood Vilifies a People

Jack Shaheen

Jack Shaheen

dr. Jack Shaheen, emeritus professor massacommunicatie aan de Southern Illinois University, besloot zich te verdiepen in de rol die Hollywood speelt in de beeldvorming van de vreemdeling. Het resulteerde in een baanbrekend documentaire en gelijknamig boek Reel Bad Arabs, waarin Shaheen laat zien hoe de filmindustrie systematisch xenofobie in de hand werkt.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.