PoliticsWorld

Globalisering en periferie

By Saturday 30 January 2010 No Comments

In dit tijdperk van globalisering zijn we het overzicht op het groteregeheel verloren. We hebben het gevoel dat er geen betekenisvol centrum meer is. Die constatering heeft ook een ruimtelijk-politieke dimensie. In dit artikel wil ik proberen de grote lijnen bloot te leggen van de veranderingen die ons zo in verwarring hebben gebracht, maar het is tevens een aanmoediging om opnieuw vertrouwd raken met de fysieke realiteit, als antwoord op de fysieke onthechting die de moderne mens, die nog steeds worstelt met een existentieel verlangen naar gezag en orde, beleeft.

Globalisering en de crisis van het politieke centrum

In een gesprek tussen de Duitse filosoof Rüdiger Safranski en columnist Bas Heijne van het NRC Handelsblad kwam het onderwerp globalisering ter sprake, die werd aangewezen als katalysator van onnavolgbare complexe processen. Safranski: ‘Je hebt geen overzicht (…) de grootste schok is dat de mensen van wie oplossingen worden verwacht, het ook niet weten (…), steeds blijkt maar weer dat ook de mensen in het politieke centrum die de beslissingen nemen, die wij voor werkelijk competent houden, nauwelijks meer overzicht hebben dan wij. Door de globalisering heeft de politiek zich een blijvend dilettantisme eigen gemaakt.’18

Hoe moeten we globalisering zien?

We kunnen globalisering opvatten als een toenemende verdichting van de wereld die, zoals de Britse socioloog Anthony Giddens dat stelt, effect heeft op de instituten van de moderniteit zoals de mondiale kapitalistische economie, het systeem van natiestaten, de militaire wereldorde en wereldwijde informatienetwerken. Als we een moment stilstaan bij wat globalisering nu precies in zou kunnen houden – laten we dit voor de gelegenheid een politieke meditatie noemen – dan stuiten we al gauw op grenzen van fysieke of psychische aard. Een andere benadering is dat we onze visie op cultuur onder de loep nemen. Volgens een indeling gemaakt door de socioloog Jan Nederveen Pieterse stellen we ons een cultuur enerzijds voor als begrensd, gebonden aan een plaats en naar binnen gericht, terwijl we ons anderzijds ook culturen kunnen voorstellen die naar buiten zijn georiënteerd.19 Globalisering werpt zich op als een grensoverschrijdend fenomeen dat het kapitalisme tot in de verste uithoeken van de wereld doet doordringen. Maar weinig culturen ontsnappen aan de uniformiteit van het mondiale kapitalisme.

Politiek geocentrisme versus periferie

In deze context beperken we ons tot twee zaken. Ten eerste dat in dit tijdperk van globalisering het politieke centrum gelijkgeschakeld lijkt te zijn met de periferie, en ten tweede dat de gezagsverhoudingen zodanig zijn dat gezagsdragers, net als de burgers, niet meer weten hoe en waar ze hun belangen moeten verdedigen. Het lijkt alsof we door de globalisering op een ruwe manier ons ‘centrum’ zijn verloren. Vreemd genoeg vervult het idee dat er geen politiek centrum meer bestaat ons met angst. We zijn bang het politiek geocentrisme, want zo moeten we het dan maar noemen, als sturende en stuwende kracht los te laten. Deels is dit omdat er nog geen serieuze politieke alternatieven zijn die de leegte van het wegvallen van de klassieke scheiding tussen centrum en periferie kunnen opvangen, maar vooral zijn we angstig omdat we niet zonder een duidelijke orde kunnen.

In staat van verwarring

Het probleem is niet dat er een gebrek aan informatie bestaat over globalisering of politieke processen. Het heeft veeleer veel weg van wat Noam Chomsky ‘Orwell’s probleem’ noemt, namelijk dat we ondanks de vele informatie die we hebben toch weinig weten.20 Het lijkt wel alsof we het moeilijk vinden om alle stukjes kennis, die ons gefragmenteerde bestaan ook op een politiek niveau complexer maken, bij elkaar te brengen.

Ons bewustzijn heeft een ruimtelijke ordening nodig om doelen na te kunnen streven, maar door de toegenomen mogelijkheden om te reizen, te verhuizen, te pendelen tussen woning en werk en te communiceren met nieuwe technieken, hebben we ook onze vaste posities verloren in de ruimte die we met elkaar delen. Het probleem is echter dat politiek alleen kan ontstaan uit sociale interactie als er voldoende positiespel is dat actie kan genereren. We hebben vaste posities in de ruimte nodig om het verraderlijke sociale spel dat politiek heet met elkaar te kunnen spelen.
Zonder een centrale plek weet de mens niet waar hij zijn belangen kan verdedigen. In de geschiedenis is het idee van een centrum dan ook een constante, en wanneer er een ordeloosheid heerst die niet wordt hersteld raken we in een toestand van verwarring.

Globalisering: overal en nergens?

Waar we zijn zegt ook niet meer automatisch waar we voor staan. Ruimtes zijn inwisselbaar geworden, zijn plaatsen geworden waar een zelfde tijdloze consumptieve en uniforme kapitalistische cultuur heerst. Dit mondiale kapitalisme, met zijn architectuur, design, ruimtelijke ordening en informatienetwerken, schakelt alles en iedereen gelijk.21  In het tijdperk van globalisering is ‘thuis’ verworden tot een ‘overal en nergens’, we kunnen immers steeds meer kiezen waar we willen wonen. ‘Werk’ is eveneens overal en nergens, omdat werkgelegenheid zich telkens verplaatst naar een andere plaats in de wereld waar de arbeidskosten het laagst zijn. En om deze tirade maar meteen af te ronden: ook ‘politiek’ is net als thuis en werk overal en nergens, omdat het een spel is dat overal wordt gespeeld door voor de massa onzichtbare en ongrijpbare kosmopolitische bureaucraten, die zich bewegen tussen verschillende machtscentra als Brussel, Genève en Straatsburg.

Sociale conflicten in het tijdperk van globalisering

Conflicten kunnen alleen worden uitgevochten als mensen weten waar ze, in ruimtelijke zin, zijn en waarvoor ze strijden, bijvoorbeeld om macht te verkrijgen ten koste van andere sociale groepen.22 Maar door de globalisering weten noch gewone mensen, noch de gezagdragers waar ze werkelijk zijn, waardoor het verlangen naar een politiek geocentrisch wereldbeeld alleen maar wordt versterkt. Het maakt duidelijk dat fysieke ruimtes waar mensen op een natuurlijke manier kunnen samenkomen cruciaal zijn. Historisch gezien zijn centrale plaatsen geen vreemd gegeven:
ze zijn een essentieel onderdeel van het menselijk samenleven. Al in het oude Griekenland waren de agora en de voornaamste heiligdommen de centrale verzamelplaatsen waar men in openbaarheid het sociale leven organiseerde. In onze tijd heeft de mens het bewustzijn van het belang en de controle over de fysieke ruimte verloren. Het idee dat mensen zich door massamedia beter zouden organiseren23 of dat de virtual community (24)   erin zal slagen mensen als een collectief te organiseren, is, ondanks de vele voordelen en mogelijkheden die ze bieden, slechts deels bewaarheid geworden.

Hoe we het contact met de fysieke ruimte als organiserend principe voor het sociale en politieke leven kunnen herstellen, is een van de belangrijkste vragen waar we niet omheen kunnen, vooral als we de fysieke onthechting van de mens als gevolg van de globalisering, maar ook van de postmoderne cultuur en de voortschrijdende technische ontwikkelingen, in ogenschouw nemen.
Hoe moeten sociale conflicten politiek worden uitgevochten als we constateren dat globalisering het maatschappelijk leven een uniformiteit oplegt dat plaatsloos, ruimteloos en tijdloos wil zijn, terwijl we tegelijkertijd in verwarring zijn, omdat er geen regie meer is die alles overziet, en er geen centrum meer is, zelfs niet in de verbeelding? We zien dat onze tijdsbeleving onder druk staat onder invloed van ontwikkelingen die op onze samenlevingen inwerken: in casino’s zijn bijvoorbeeld bewust geen klokken en de ramen zijn geblindeerd, zodat de gasten geen natuurlijke oriëntatie meer vinden in de tijd van de dag. Naast dit casinokapitalisme kunnen we de invloed van de vierentwintiguurseconomie noemen, die mensen dwingt tot onregelmatige werktijden en overuren op het werk. Hierdoor zijn mensen niet meer in staat normale levens te leiden en worden mensen verder weggeduwd van het maatschappelijk leven – en daarmee welhaast automatisch van zoiets als kritisch burgerschap.

De moeizame strijd voor een centrum

De ervaren centrumloosheid roept frustraties op en leert ons om te gaan met de nieuw verworven status van periferie. Maar niet alleen de centrumloosheid zorgt voor problemen, ook het existentieel verlangen naar gezag en orde zit ons in de weg – een verlangen dat tegelijk haatvol is. Globalisering, hyperindividualisme en postmoderne verwarring hebben zich gebundeld tot een onvoorspelbare kracht die de mens afhoudt van het geloof in een gezamenlijk doel en de strijd om dat te realiseren. We zijn een grote verzameling individuen geworden, zonder centrum en dus zonder doel.

Antikapitalisme en deglobalisering als antwoord op globalisering?

Sommigen zien in globalisering een groot gevaar. Zo ageerde historicus Thomas von der Dunk in een column tegen wat hij een ‘opgelegde globaliseringsplicht’ noemt. Kapitalisten zouden met hun neoliberalisme een ‘totale globalisering’ willen realiseren. Hij verwijt het neoliberalisme geen oog te hebben voor cultuurverschillen. Islamitische fundamentalisten, eurosceptici en neonationalisten zouden met elkaar gemeen hebben dat ze tegen de globalisering zijn die hun eigenheid bedreigt. 25

We moeten ons echter afvragen of de gangbare tegenstelling tussen antikapitalisme en globalisering nog wel langer houdbaar is. Het verschijnsel globalisering is inderdaad in hoge mate kapitalistisch, maar nog altijd is het meer dan dat. We bewegen ons, reizen, communiceren immers niet alleen voor de productieprocessen van het kapitalisme. Ook moeten we niet vergeten dat het globalisme niet alleen een bedreiging is voor cultuur, maar die ook nieuw leven inblaast, zoals door ‘glokale’ interactie, dus waarbij globale en lokale verschijnselen samensmelten zoals in urban culture kan worden waargenomen. Soms verdwijnen culturen inderdaad door een agressieve vorm van kapitalisme, maar we moeten ook weer niet al te bang zijn voor de toekomst. Cultuur is immers een menselijk gegeven dat altijd boven komt drijven.

In de wereld van vandaag zien we echter een schrikbarende tweedeling ontstaan, tussen hen die de financiële gevolgen van globalisering kunnen opvangen en ervan profiteren (denk aan het rijke gezin met een Aziatisch kindermeisje, dat haar eigen kinderen heeft moeten achterlaten om hun toekomst veilig te stellen) en hen die niet tegen de gevolgen van globalisering zijn opgewassen. Deze laatste groep heeft minder geld en voldoet niet aan de eisen die worden gesteld aan het human capital waar de kapitalistische economieën op draaien.

Dat alles wil echter niet zeggen dat het juiste antwoord op kapitalisme en ongelijkheid ook deglobalisering zou moeten zijn. Het Angelsaksische model is op dit moment dominant, maar de positie ervan moet ook worden gerelativeerd. De geschiedenis leert dat dominante culturen komen en gaan, net als imperialistische mogendheden. Maar vooralsnog mogen we ook niet uit het oog verliezen hoe belangrijk globalisering is als tegenwicht tegen nationalistische tendensen en als middel om mensen uit verschillende culturen samen te brengen. Naast de tegenstelling tussen antikapitalisme en globalisme, die ons het nodige leert, zouden we, en dat is de centrale boodschap hier, ons meer moeten realiseren hoe weinig aandacht er is voor het veranderde oriëntatievermogen van de mensheid in het globalistische tijdperk.

Tot slot

We moeten concluderen dat we ons op de een of andere manier moeten leren aanpassen aan de nieuwe condities van het globalisme, en moeten begrijpen dat onze oude ideeën over politiek en ruimte aan herziening toe zijn. In een tijdperk van globalisering hebben begrippen als ruimte, tijd en plaats meer dan ooit een relatieve betekenis gekregen, en juist deze relativering – en dat wordt onvoldoende waargenomen – is de belangrijkste oorzaak van ons veranderde bewustzijn, welke aan de basis staat van alle activiteiten die wij plachten te ondernemen, dus ook voor de sociale en politieke dimensies die hier zijn besproken.

We hebben, zoals aan het begin van dit artikel al door Safranski werd opgemerkt, door de globalisering nauwelijks overzicht over de processen en problemen die zich afspelen in de politiek-sociale sfeer en in de communicatie tussen burgers en machthebbers. We zijn het zicht op het grotere geheel kwijtgeraakt en oude structuren van denken en ruimtelijke infrastructuren hebben hun logica verloren. Ondanks de fysieke onthechting van de moderne mens moeten we ons opnieuw vertrouwd maken met de fysieke ruimte die we bewonen, want daar speelt zich immers af wat we willen realiseren. Oude voorstellingen van zaken (dus de klassieke scheiding die we maken tussen centrum en periferie) zijn niet meer vanzelfsprekend en vertroebelen ons zicht op politiek en samenleving en de rol van burgers en machthebbers hierin.

18 ‘De Europese borreltafel’, NRC Handelsblad, 30 mei 2009.
19 Chris Barker, Cultural Studies. Theory and Practice (Los Angeles 2008) 155-157.
20 James McGilvray, Chomsky: Language, Mind, and Politics (Cambridge 1999) 239-240.
21 Zie voor meer verdieping over de globalistische cultuur, als ook over gevoelens van onstuurbaarheid en
centrumloosheid: Jan-Hendrik Bakker, Welkom in megapolis. Denken over wonen, stad en toekomst (Amsterdam
2008).
22 Opvatting van de Duits-Britse socioloog Ralf Dahrendorf.
23 Idee van de Amerikaanse socioloog Charles Cooley.
24 Term van de Amerikaanse schrijver Howard Rheingold.
25 ‘De komende deglobalisering’, de Volkskrant, 4 augustus 2009.

Cem Pekdemir (1979) volgt na een bachelor geschiedenis aan de Radboud Universiteit te Nijmegen thans de master Maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Hij publiceert cultuurtheoretische artikelen in diverse media.

Cem Pekdemir

Cem Pekdemir

Cem Pekdemir holds a degree of M.A. in Arts & Culture and a B.A. in History from Radboud University Nijmegen. He wrote his M.A. thesis on the transformation of the protest culture in the revolutionary year of 2011, for which he studied the impact of social media within the protest movements of Occupy Wall Street and the Tahrir Square. He publishes articles on a wide variety of subjects from politics to culture, driven by his love for writing and thinking. Cem likes to write poetry in his spare time.

Leave a Reply

 

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.