IslamWorld

’Zoiets als dé moslim bestaat niet’

By Sunday 26 September 2010 No Comments

Trouw –  1 oktober 2010
door: Cecile Hendriks

De ’oorlog’ tussen de islam en het christendom kan door niemand worden gewonnen, betoogt godsdienstwetenschapper Reza Aslan. „Tijd lost het conflict op. Misschien gaat er een generatie overheen, maar dan ligt alles weer achter ons.”

De strijd tegen terrorisme is in werkelijkheid een kosmische oorlog, betoogt de Iraans-Amerikaanse journalist en godsdienstwetenschapper Reza Aslan. Hij gaf deze week in Nederland een viertal lezingen over de vraag hoe de strijd tussen de islam en het christendom kan worden gewonnen.

Aslan vloog op verzoek van Eutopia – ideeëninstituut voor islam, diversiteit en democratie – naar Nederland. In Leiden, Rotterdam en Amsterdam verkondigde hij zijn boodschap: ’Begrijp dit goed, er bestaat niet zoiets als een universele islam!’ Tijdens een van zijn lezingen in een zaal vol met studenten van de Universiteit van Rotterdam, liet een energieke Aslan het geplande onderwerp ’mensenrechten en islam’ al snel varen. „Religie draait meer om identiteit dan om geloof”, luidde zijn uiteindelijke betoog.

In een gesprek na afloop van het gastcollege koppelt Aslan (38) zijn verhaal aan het boek dat hij onlangs schreef ’How to Win a Cosmic War’. Confronting Radical Religion: „In werkelijkheid zijn de djihadistische groeperingen geen religieuze, maar sociale bewegingen, zegt Aslan. In zijn boek schrijft hij: ’Ze gebruiken religieuze symbolen om een collectieve identiteit te creëren die over grenzen heengaat. De wortels van djihadisten liggen niet bij de profeet Mohammed, maar bij het anti-kolonialisme van de twintigste eeuw. Ze grijpen voor hun doctrines niet terug op de Koran, maar op de geschriften van de dertiende-eeuwse rechtsgeleerde Ahmed ibn Taymiyyah.’ „Die wens om een grenzeloze islamitische identiteit te vormen zal nooit ophouden te bestaan”, zegt Aslan. „Maar hij zal ook nooit werkelijkheid worden.”

In zijn boek ’How to Win a Cosmic War’ betoogt Aslan dat een kosmische oorlog niet kan worden gewonnen. Het is een strijd tussen Goed en Kwaad, waarbij mensen geloven dat God betrokken is en uiteraard aan hun zijde staat. Het is een metafysisch conflict, een heilige oorlog zoals de kruistochten dat waren. „De vijand is noch een leger, noch een staat, maar het Kwaad zelf”, schrijft Aslan.

Door mee te gaan in de retoriek van groepen als Al-Kaida en hen te beschouwen als duivelse machten hebben politici en de media, volgens Aslan, de basis gelegd voor een ’afschrikwekkend tijdperk van religieuze oorlog’. Zo beloofde George Bush na de aanslagen van 11 september dat de overwinning behaald zou worden ’als de wereld verlost zou worden van het Kwaad’. En zo betitelde Bin Laden zijn vijand als ’Satan’.

In werkelijkheid zijn de djihadistische groeperingen geen religieuze, maar sociale bewegingen, schrijft Aslan in zijn boek. ’Ze gebruiken religieuze symbolen om een collectieve identiteit te creëren die over grenzen heengaat. De wortels van djihadisten liggen niet bij de profeet Mohammed, maar bij het anti-kolonialisme van de twintigste eeuw. Ze grijpen voor hun doctrines niet terug op de Koran, maar op de geschriften van de dertiende-eeuwse rechtsgeleerde Ahmed ibn Taymiyyah.’ „Die wens om een grenzeloze islamitische identiteit te vormen zal nooit ophouden te bestaan”, zegt Aslan. „Maar ook nooit werkelijkheid worden.”

Ook hoe de wereld verzeild is geraakt in dit kosmische conflict heeft volgens Aslan alles te maken met identiteitsvorming: „De identiteit van mensen is een samenraapsel van geloof over onder andere nationaliteit, religie, klasse en etniciteit. Als een van die onderdelen onder druk komt te staan, dan zal een andere de boventoon gaan voeren.”

Door de toenemende globalisering en de vervaging van de natiestaat gaan mensen op zoek naar nieuwe manieren om zich te definiëren. „En zo treedt religie op de voorgrond”, meent Aslan. „De gastarbeiders die na de Tweede Wereldoorlog naar Europa kwamen waren ’Turken’ of ’Marokkanen’. Tegenwoordig zijn het ’moslims’.”

Een van de makkelijkste manieren om jezelf een identiteit te geven is door jezelf te zien als anders dan een ander – ’Ik ben niet zoals jij’. „Mensen hebben het altijd nodig gehad om zich af te zetten tegen ’de ander’”, zegt Aslan. „Eerder waren het de Joden, nu zijn de moslims en na de moslims zal er weer een andere groep komen.”

Politici gebruiken volgens Aslan de angst voor moslims om hun politiek door te voeren. „Er is geen enkele hoeveelheid informatie die je iemand als Geert Wilders over de islam kan geven waardoor hij zijn standpunt over moslims zal wijzigen.”

„Extremisme roept extremisme op”, meent Aslan. Mensen beseffen niet langer dat van de 1,5 miljard moslims op de wereld slechts een fractie djihadist is. „Er bestaat niet zoiets als dé moslim, net zo min als dé christen bestaat”, benadrukt hij. „Bovendien vergeten veel mensen dat er niet alleen moslims zijn die een staat willen vormen op basis van religieuze wetten. Een derde van de Amerikanen ziet zichzelf als ’christianist’, wat betekent dat ze graag zouden zien dat de wetgeving gebaseerd wordt op de Bijbel.”

De enige manier waarop er een einde kan komen aan de angst voor moslims is door met hen in contact te komen. Aslan: „Het gaat niet om kennis, het gaat om relaties. Door ontmoetingen met moslims kan er een brug worden geslagen. De denkbeelden van mensen over de islam zullen daarmee niet noodzakelijk veranderen. Maar intuïtief kunnen mensen aanvoelen dat deze moslim is zoals zij zelf zijn; mensen die een leven willen leiden, dromen hebben, werken, slapen en eten.”

’Daarnaast is het belangrijk om de democratische hervormingen te ondersteunen in islamitische landen’, schrijft Aslan. Als islamitische partijen de kans krijgen hun stem te laten horen in de politiek is de kans groot dat ze hun extremisme laten varen, meent hij. „De AKP in Turkije is daar een voorbeeld van, net als de Moslimbroederschap in Egypte.”

De kosmische oorlog kan niet worden gewonnen. Het lijkt er volgens de godsdienstwetenschapper op dat de mensheid hem moet uitzitten. „Tijd lost het conflict op”, beaamt Aslan. Wat er in de tussentijd zal plaatsvinden is ’beangstigend’, maar niet noodzakelijk catastrofaal. „Misschien gaat er een generatie overheen, of misschien twee, maar dan ligt dit alles weer achter ons.”

© Trouw 2010